Algemene Ouderdomswet art. 31 ( tekst 2015)
31
Uitbetaling vakantie-uitkering 1 Eenmaal per jaar vindt ambtshalve uitbetaling van de vakantie-uitkering plaats. 2 De in het vorige lid bedoelde uitbetaling vindt plaats in de maand mei en omvat de vakantie-uitkering, waarop recht bestond over de periode van twaalf maanden, voorafgaande aan de maand mei. 3 De vakantie-uitkering wordt betaald zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld.